GOW Beek terugblik van een renster
23-11-2015
Zandhappen
door Ingeborg Neijenhuis
De helling bij de zandafgraving vlakbij het dorp heb ik als geboren en getogen Beekse al heel wat keren voornamelijk te voet beklommen en afgedaald. Als er een flink pak sneeuw lag gebeurde die afdaling ook wel per slee of tractorband en ik kan me zelfs een rubberboot herinneren. Afgezien van een puberale actie, waarbij ik een keer op mijn stadsfiets naar beneden heb gestuurd, kan ik me niet herinneren de afdaling door dat zand verder ooit per fiets gedaan te hebben. Dit komt waarschijnlijk omdat het zandgat bij Beek geen fietsroute, maar een wandelgebied is, waar kinderen spelen en honden niet aan de lijn hoeven. Vorig jaar (2014) zag ik echter de renners van de GOW daar hun wedstrijdrondjes rijden en het leek me geweldig om dat ook een keer te mogen doen.
(Klik op de foto!)
Op 21 november 2015 zou GOW daar weer neerstrijken met een wedstrijd georganiseerd door RTV de Zwaluwen uit Doetinchem en als ik mijn kans wilde grijpen om deel te nemen moest ik daar maar eens werk van maken. Zo heb ik een paar weken geleden voor acht euro de vereiste basislicentie bij de KNWU aangevraagd en binnen enkele dagen had ik het bijbehorende pasje in huis. De GOW kent een laagdrempelige competitie in het winterseizoen van ongeveer twaalf crosswedstrijden in diverse plaatsen in het oosten van ons land, waaraan men per cyclocrosser, fatbike of mountainbike mag deelnemen. Toen ik me twee weken geleden in Eibergen voor mijn eerste veldrit ooit ging inschrijven was deze competitie al enkele weken bezig. Dat maakte allemaal niks uit, ik kon gewoon ter plekke voor tien euro een startnummer kopen voor de rest van deze competitie en meedoen. Zo hoefde ik deze zaterdag in Beek bij Uitspanning ‘t Peeske voor mijn tweede wedstrijd uit deze serie alleen nog maar een kruisje achter mijn naam te zetten op de lijst met deelnemers. Daar was ook gelegenheid om naar een toilet te gaan en zelfs om te douchen naderhand, zo werd op bordjes aangekondigd. Op het middenterrein van het zandgat zelf was het een gemoedelijke boel. Ik trof er vrienden en bekenden en had een toevallige meet en greet met een paar fietsjongens van LottoNL-Jumbo. Men had in de buurt van de jurywagen een tent neergezet, waar versnaperingen werden verkocht en waar beschutting kon worden gevonden voor de koude wind.
(Klik op de foto)
Er lag geen sneeuw op het zandgat, maar met slechts enkele graden boven het vriespunt was het behoorlijk koud. De jeugd was net klaar toen ik het terrein was komen oprijden en zo kon ik meteen beginnen met een ronde verkennen. Vanuit het open terrein ging het rechts omhoog een venijnig bultje op, dat net na het steilste stuk behoorlijk mul was, gevolgd door boomwortels, die voor de gelegenheid felgroen gespoten waren. Hierdoor was het wat makkelijker om een geschikte route te kiezen. In het lusje door het bos was het nog wel wat modderig, maar het terrein lag er ondanks de vele regen van de afgelopen week, behoorlijk opgedroogd bij. Hierna kwam de beroemde zandhelling, die afgedaald moest worden. Ik merkte dat ik mijn adem even inhield bij het zien van de enorme verticale zandbak, waar ik op het punt stond doorheen te sturen. Er waren diepe sporen van mijn voorgangers zichtbaar en ik bedacht me dat met-mijn-ogen-dicht-naar-beneden-rammen geen goed plan zou zijn, aangezien er ook een paar bochten genomen moesten worden. Uitademen en gaan! Gewicht iets achterop, blik wat verder vooruit, de brede sporen volgen, onderaan wat bijtrappen en vooral niet denken aan het feit dat ik ooit mijn enkel brak in mul zand, waardoor ik toch een lichte fobie voor een dergelijke ondergrond had ontwikkeld. Nee, als Beekse was dit mijn zandgat en ik was hier gewoon heel goed in, zo maakte ik mezelf wijs, ook al had ik dit nog nooit gedaan. Ik geloofde het op dat moment ook nog. Als een prof kwam ik fietsend beneden, terwijl ik onderweg om andere inrijdende coureurs heen gestuurd had in dat zand. Wat was dit gaaf! Het was maar goed, dat die afdaling meteen de eerste keer een succeservaring was, anders was dit voor mij nog een dingetje geworden, elke ronde opnieuw. Dit was kicken!
Na de wedstrijd van de masters was het iets over half twaalf de beurt aan de nieuwelingen en de dames. De jongens kregen een aantal minuten voorsprong, waarna wij van start mochten. Het eerste hellinkje werd een soort scrum van omvallende, lopende en fietsende vrouwen en hoewel ik beter gestart was dan in Eibergen zat ik niet dusdanig vooraan, dat ik er geen last van had. Hierna trok de boel echter uit elkaar, waardoor ik steeds behoorlijk de ruimte had tijdens mijn afdalingen door dat mulle zand. Hierdoor kon ik genieten van de combinatie van spanning, sensatie en het gevoel van trots als ik opnieuw een geslaagde zandafdaling afleverde. Ik voelde me steeds weer even een jaar of tien oud, waarbij ik nu in plaats van per sleetje, met mijn mountainbike die helling af mocht denderen. Het was uiteindelijk meer leuk dan eng en de aanmoedigingen van plaatsgenoten langs de kant maakten het helemaal af.
Met nog twee ronden te gaan ging het mis. De nieuwelingen hadden de dameskoers ingelopen en ik hoorde op het snelle rechte stuk een jongeman achter me om ruimte vragen. Ik ging voor hem iets naar rechts, alwaar precies tegelijkertijd de mij op dat moment achtervolgende dame had besloten me te willen passeren. Ze kwam in aanraking met mijn achterwiel. Bam! Weg vijfde en zesde positie van dat moment. Een tikje beduusd krabbelden we samen overeind en we hadden beiden vooral de nodige onderdelen aan het stuur recht te buigen. Mijn fiets leek op zich nog te functioneren. Ik was behoorlijk hard op mijn slaap gevallen, maar mijn helm had zijn werk gedaan en verder zou ik zo te voelen wel wat blauwe plekken krijgen. Intussen was helaas wel een aantal dames ons gepasseerd.
Nadat ik ook mijn trots weer van dat bospad had opgeraapt vond ik dat ik toch op zijn minst fatsoenlijk moest uitrijden. Het hellinkje na de start deed nu behoorlijk zeer, maar het feit dat ik daar een dame kon passeren gaf me toch weer moed. Bij de afdaling door het zand bleek ik opeens een jongeman op mijn weg te vinden. Waarschijnlijk maakten de vermoeidheid samen met de val vlak daarvoor dat ik hem nu niet, zoals bij het inrijden, netjes kon ontwijken en ik donderde met fiets en al de braamstruiken in. Dat kon er ook nog wel bij. Toen ik mezelf voor de tweede keer in deze ronde bij elkaar geraapt had, was ik vastbesloten om de laatste volle ronde tot mijn eigen feestje te maken, want in tegenstelling tot Eibergen, klonk die bel nu wel voor mij. Nog net.
Inmiddels was een delegatie van Muziekvereniging Volharding gearriveerd om als dweilorkest de wedstrijd van de elite en amateurs op te luisteren, wat het toch al gezellige middenterrein nog gezelliger maakte. Mijn laatste zandafdaling ging weer helemaal prima. Heel even had ik tijdens de laatste ronde de gedachte toegelaten, dat ik door mijn duik in die braamstruiken opnieuw bang zou zijn voor een gebroken enkel in mul zand, maar de kick van de actie liet daarvoor gelukkig geen ruimte. De dame, die ik in die laatste ronde nog in mijn vizier had, heb ik helaas niet meer kunnen passeren en ik moest uiteindelijk genoegen nemen met een toch best keurige tiende plaats. Maar wat was dit geweldig geweest om mee te mogen maken! Ik heb genoten van de hele ervaring daar rond ‘mijn’ zandgat en vooral van de afdalingen door het zand.